Als eenmaal duidelijk is wie de onderneming na het overlijden van erflater voort zal zetten, dan heeft de voortzetter belang bij de goederen die dienstbaar waren aan de onderneming. Door de werking van het erfrecht kunnen deze goederen echter bij een ander terechtgekomen zijn. De wet biedt in die situatie de mogelijkheid om de kantonrechter te verzoeken om bepaalde goederen, die tot de nalatenschap of de door het overlijden ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoren en die dienstbaar zijn aan een door erflater uitgeoefend beroep of bedrijf, over te dragen. Het begrip ‘dienstig aan’ veronderstelt daarbij dat de goederen een functie hebben in de onderneming. Het verzoek tot overdracht kan worden gedaan door een kind, een stiefkind of door de echtgenoot van erflater.
Een verzoek tot overdracht van goederen kan alleen gehonoreerd worden als de verzoeker het bedrijf of beroep voortzet. De prijs van de over te dragen goederen dient redelijk te zijn. Dit is echter een open norm. De invulling zal per situatie anders zijn. Bij de beslissing op het verzoek tot overdracht van goederen maakt de kantonrechter een belangenafweging.
De echtgenoot heeft overigens op grond van het huwelijksvermogensrecht ook een overnamerecht. Het erfrechtelijke overnamerecht prevaleert echter boven het huwelijksvermogensrechtelijke overnamerecht.
Voor dit verzoek is in de wet een vervaltermijn van een jaar opgenomen. Doet u het verzoek niet binnen de wettelijke termijn dan is het daarna niet meer mogelijk.
Heeft u vragen over het vererven van een onderneming? Wij helpen u graag verder. Belt u ons gerust, of plan direct een afspraak.
Wij helpen u graag verder: neem contact op voor een persoonlijk adviesgesprek
Wij zijn aangesloten bij:
